SBZ Pensioen zet zich in voor een beter pensioen
In de Pensioen Pro is vandaag een interview gepubliceerd over risicodeling in de zogenaamde Flexibele Premieregeling. Bestuurder Edwin Schokker legt hierin uit hoe SBZ daar tegenaan kijkt. Hieronder leest u het volledige artikel.
Fondsen willen risicobuffer flexibele regeling vullen uit pensioeninkoop
Pensioenfondsen SBZ en Fysiotherapeuten willen hun risicodelingsreserve financieren vanuit de inkoop van pensioen, die tien jaar voor pensionering start. Dit moet een stabielere uitkering opleveren, maar de minister ontraadt een amendement hierover.
De fondsen hopen dat de Tweede Kamer vandaag alsnog instemt met een amendement dat is ingediend door Kamerlid Liane den Haan en mede is ondertekend door VVD’er Bart Smals. In het Wetsvoorstel toekomst pensioenen mag de risicodelingsreserve in de flexibele premieregeling alleen worden gevuld vanuit de premie. Daar zijn SBZ Pensioen en Fysiotherapeuten ongelukkig mee. Actieve deelnemers betalen zo mee aan een reserve, waar ze zelf misschien nooit van profiteren. Bijvoorbeeld omdat ze ergens anders gaan werken en hun pensioen meenemen naar een andere baas. Fysiotherapeuten blijken vaak slechts vijf tot tien jaar aangesloten bij het fonds.
Het fysiofonds kan als verplichtgesteld fonds niet om de reserve heen. Voor niet-verplichtgesteld fonds SBZ is de reserve een vrijwillige keuze.
Deel pensioeninkoop gebruiken voor reserve
SBZ en Fysiotherapeuten vinden het eerlijker als alleen deelnemers die redelijk dicht bij hun pensioen zitten, betalen voor de risicodelingsreserve. Dit kan door een deel van hun pensioeninkoop, die tien jaar voor pensioendatum start, daarvoor te gebruiken.
Het fysiofonds geeft een rekenvoorbeeld. Stel dat een deelnemer op pensioendatum een pensioenpot heeft van €100.000, dan start tien jaar voor pensionering de inkoop in een ‘collectief variabel pensioen’. In het eerste jaar gaat er €10.000 over naar pensioeninkoop, waarvan 3 tot 5% naar de reserve. Die reserve bevat uiteindelijk 3 tot 5% van het vermogen van gepensioneerden. Bij aanvang van het nieuwe stelsel wordt ze gevuld vanuit de dekkingsgraad.
Pensioenfondsen Fysiotherapeuten en SBZ hebben samen met andere fondsen diverse Kamerleden benaderd om deze alternatieve manier van het vullen van de risicodelingsreserve in de wet te krijgen. Dit heeft geleid tot het amendement van Den Haan, maar minister Schouten heeft de Tweede Kamer vorige week geadviseerd daar niet mee in te stemmen. Ze heeft het ‘ontraden’.
‘Ministerie SZW reageerde eerder positief’
Voorzitter Doreth van den Heuvel snapt daar weinig van. ‘Het is een simpele oplossing die de flexibele regeling beter laat werken, daar ben ik van overtuigd. We doen er niemand kwaad mee. Temeer omdat deelnemers hebben gezegd, dat ze best opzien tegen de onzekere uitkering in de flexibele regeling bij doorbeleggen. Ik heb ook geen inhoudelijk tegenargument van het ministerie van Sociale Zaken gehoord.’
Het fysio-fonds heeft nu nog een soort cdc-regeling, maar gaat in het nieuwe stelsel over op de flexibele regeling. SBZ heeft sinds 2021 al een dc-regeling voor de nieuwe opbouw, met daaraan gekoppeld collectief variabel pensioen in de uitkeringsfase. De oude opbouw zit nog in een db-regeling. Bij beide fondsen is het de bedoeling de opgebouwde aanspraken en rechten om te zetten in individuele potjes.
Edwin Schokker, uitvoerend bestuurder bij SBZ Pensioen, is ook teleurgesteld dat de minister het amendement heeft ontraden. ‘Het ministerie van Sociale Zaken reageerde eerder juist positief. Misschien bestaat de vrees dat het vullen van de risicodelingsreserve vanuit inkoop leidt tot herverdeling bij invaren. Maar dat is niet het geval.’
‘Geen herverdeling bij invaren’
Hij legt uit: ‘Als er bij invaren een buffer is in onze db-regeling, dan krijgen actieven en slapers die volledig bijgeschreven in hun pensioenpot. Alleen bij gepensioneerden wordt er geld ingehouden om de buffer te vullen.’ Uit eerste berekeningen blijkt dat bij SBZ Pensioen een bijdrage van circa 5% uit de inkoop genoeg moet zijn om de buffer te vullen. Als de buffer stijgt of daalt, dan stijgt of daalt de bijdrage vanuit de eigen pensioeninkoop evenredig.
Van den Heuvel en Schokker hopen dat de Tweede Kamer vandaag instemt met het amendement. Van den Heuvel: ‘Ik vind het opvallend dat er relatief veel aandacht is gegaan naar het oplossen van hiaten in de solidaire regeling. Het is de politiek zelf die voor twee regelingen heeft gekozen in het nieuwe pensioenstelsel. Dan moet zij er ook voor zorgen dat beide regelingen optimaal kunnen functioneren.’
Dood instrument
Mocht het amendement het niet halen, dan wordt de risicodelingsreserve volgens Van den Heuvel feitelijk een dood instrument. Het fonds zal dan gaan voor een zo klein mogelijke risicodelingsreserve.
Zo ontbreekt dus een instrument om de uitkeringen van gepensioneerden te beschermen. Wat is het alternatief? Van de Heuvel: ‘Minder risicovol beleggen in de uitkeringsfase zien wij eigenlijk niet zitten. Dat missen we te veel opwaarts potentieel dat nodig is om een koopkrachtbestendig pensioen te realiseren.’
SBZ Pensioen denkt aan het uitsmeren van tegenvallers over vijf in plaats van drie jaar, mocht het amendement het niet halen. Toch vindt Schokker dit minder geschikt dan het vullen van de risicobuffer vanuit pensioeninkoop. ‘We kunnen dan mogelijk minder risicovol beleggen dan wanneer we kiezen voor de combinatie van drie jaar uitsmeren en een risicodelingsreserve. Met dat laatste kunnen wij de koopkracht hoogstwaarschijnlijk beter volgen.’