Hoe zeker is uw pensioen?
U loopt risico met uw pensioen
U heeft uw hele leven met uw pensioen te maken. In uw werkende leven bouwt u pensioen op. Daarna krijgt u pensioen. Dit is in totaal misschien wel een periode van 80 jaar, waarin veel kan veranderen. Ook zijn er risico’s. Daardoor kan onze financiële situatie veranderen, en dus ook uw pensioen.
Mensen worden gemiddeld steeds ouder
Ons pensioenfonds probeert voorbereid te zijn op de risico’s die uw pensioen kunnen veranderen. Dit ging niet altijd goed. Bijvoorbeeld omdat mensen gemiddeld steeds ouder worden. We moeten het pensioen daardoor langer uitbetalen. Die levensverwachting steeg de afgelopen tijd sneller dan we dachten. We moeten dus nog meer geld in kas hebben dan we eerst berekenden.
De rente kan uw pensioen veranderen
Pensioenfondsen moeten inschatten hoeveel geld ze nodig hebben om alle pensioenen in de toekomst te kunnen betalen. Is de rente laag? Dan moeten we meer geld in kas hebben voor de betaling van al die pensioenen. Blijft de rente een lange tijd laag? Dan maakt dit de pensioenen duur voor ons.
De beleggingen kunnen tegenvallen
U betaalt premie voor uw pensioen. Wij beleggen dat geld. Zo wordt uw pensioen over langere tijd meer waard. Maar beleggen is ook een risico. Daarom kiezen we voor verschillende soorten van beleggingen. Zo lopen we minder risico. Maken we winst op de ene belegging? Daarmee maken we een verlies op een andere belegging goed. We kunnen dit risico ook verzekeren. Daarvoor betalen we wel kosten.
In ons beleid letten we goed op de risico’s
Er zijn meer risico’s. Ons pensioenfonds doet er alles aan om uw pensioen daartegen te beschermen.
We meten onze financiële situatie met de 'beleidsdekkingsgraad'
Een besluit over uw premie en de verhoging of verlaging van uw pensioen hangt af van onze financiële situatie. Hiervoor kijken we elke maand naar onze dekkingsgraad. Vanaf 2015 meten we die over de laatste 12 maanden. Daarvan nemen we het gemiddelde. Dit heet de beleidsdekkingsgraad. Die dekkingsgraad mag dus niet te laag zijn. Is hij lager dan 100%? Dan mogen wij ook niet meewerken aan de waardeoverdracht van uw pensioen.
U leest meer over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad bij nieuws.
Toeslagverlening
Geld wordt elk jaar meestal minder waard. U kunt met hetzelfde geld in 2024 minder kopen dan in 2023. Dit heet inflatie. Ons pensioenfonds probeert uw pensioen daarom elk jaar op 1 januari te verhogen. Het pensioen dat u heeft opgebouwd groeit dan mee met de prijzen in Nederland. Dit heet toeslagverlening. Zo is uw pensioen waardevast.
Toeslagverlening lukt niet altijd
Onze beleidsdekkingsgraad moet minstens 110% zijn. Wij mogen uw pensioen dan in elk geval voor een deel verhogen.
Er is elk jaar een maximum
Dit heet onze ambitie. Onze ambitie is de stijging van de prijzen. Is die 1,5%? Dan stijgt uw pensioen in dat jaar maximaal met 1,5%. We kijken naar de stijging van de prijzen over de maanden oktober tot oktober in het vorige jaar. Die cijfers krijgen we van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
SBZ Pensioen stapt over naar een gemiddelde inflatie
Wij bieden u graag een stabiel en waardevast pensioen. De grote schommelingen in de prijsontwikkeling helpen daar niet bij. Daarom gaan we vanaf 1 januari 2024 uit van de gemiddelde prijsontwikkeling*.
Dit heeft voor- en nadelen:
- Een voordeel is meer stabiliteit en per 1 januari 2024 een toeslag van 1,88%. Deelnemers die al met pensioen zijn, of over een aantal jaar met pensioen gaan, merken dit direct of heel snel in hun portemonnee.
- Voor jongere deelnemers zit er ook een nadeel aan. Door de toeslag daalt onze dekkingsgraad met 2,3%-punt. Hierdoor kunnen mogelijke toeslagen na 2024 nét iets lager zijn.
Op onze website vind je meer informatie over dit besluit op de pagina Verhoging van pensioen.
Uw pensioen in de Middelloonregeling stijgt per 1 januari 2024 met 1,88%
Verhogen met een toeslag is mogelijk wanneer de dekkingsgraad boven de 110% ligt. De beleidsdekkingsgraad met 122% op peildatum 31 oktober 2023 was hoger. Dit betekent dat wij uw pensioen kunnen verhogen. Per 1 januari 2024 verhogen wij de pensioenen in de Middelloonregeling met 1,88% van alle actieve deelnemers, pensioengerechtigden en iedereen die een premievrij pensioen heeft. De toeslagverlening is ook van toepassing op het nabestaandenpensioen.
Neemt u deel aan de Beschikbarepremieregeling?
Uw persoonlijk pensioenkapitaal beweegt mee met de rendementen op uw beleggingen. Het Collectief Variabel Pensioen (CVP) wordt ieder jaar per 1 juli verhoogd of verlaagd aan de hand van de behaalde resultaten in het afgelopen jaar. Daarom is toeslagverlening niet van toepassing. De toeslagverlening van 1,88% is wel van toepassing op het ingegaan partner- en wezenpensioen.
Neemt u ook deel aan de Nettopensioenregeling?
Uw persoonlijk pensioenkapitaal beweegt mee met de rendementen op uw beleggingen. Het Collectief Variabel Pensioen (CVP) wordt ieder jaar per 1 juli verhoogd of verlaagd aan de hand van de behaalde resultaten in het afgelopen jaar. Daarom is toeslagverlening niet van toepassing.
De laatste 10 jaar veranderden wij de pensioenen zo
De afgelopen jaren waren de toeslagverlening, de stijging van de prijzen en de loonstijging als volgt:
Toeslagverlening deelnemers Toeslagreserve* | Toeslagverlening deelnemers zonder toeslagreserve die niet vallen onder de cao Verzekeringsbedrijf Binnendienst | Toeslagverlening deelnemers zonder toeslagreserve die vallen onder de cao Verzekeringsbedrijf Binnendienst | Stijging van de prijzen** | |
2023 | n.v.t.* | 5,90% | 5,90% | 14,33% |
2022 | n.v.t.* | 0,16% | 0,16% | 3,41% |
2021 | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 1,22% |
2020 | 0,32% | 0,00% | 0,00% | 2,70% |
2019 | 1,28% | 0,40% | 0,40% | 2,10% |
2018 | 0,90% | 0,10% | 0,10% | 1,30% |
2017 | 0,90% | 0,00% | 0,00% | 0,40% |
2016 | 1,10% | 0,10% | 0,10% | 0,60% |
2015 | 1,70% | 0,70% | 0,70% | 1,10% |
2014 | 0,80% | 0,80% | 0,00% | 1,60% |
2013 | 1,00% | 1,00% | 0,00% | 2,90% |
* Per 1 januari 2021 is de toeslagreserve afgeschaft. Vanaf 2021 wordt er dus geen extra toeslagverlening uit de toeslagreserve meer toegekend.
** Voor de mogelijke verhoging van het pensioen per 1 januari kijkt het pensioenfonds onder meer naar de stijging van de prijzen. Die cijfers krijgen we van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS berekent deze cijfers elke maand met 2015 als basisjaar. De basis voor de berekening is de afgeleide consumentenprijsindex (CPI) – alle bestedingen. Deze prijsindex geeft de gemiddelde prijsstijging weer van goederen en diensten die huishoudens kopen. Daarbij gaat het CBS ervan uit dat de belastingtarieven niet veranderen. Voor de bepaling van de pensioenverhoging vergelijkt het pensioenfonds dan de prijzen van de maand oktober in het vorig jaar met de prijzen van de maand oktober in het jaar daarvoor. Voor 2023 kijkt het fonds dus naar het verschil tussen de prijzen in oktober 2022 en in 2021.
Als u niet meer in de sector werkt
Stopt u met werken in de sector? Of gaat u met pensioen? Dan gelden dezelfde regels voor verhoging van uw pensioen, mits uw werkgever hiervoor premie betaald heeft.
Lees ook deze informatie
Dit doen we als er een tekort is
Ons pensioenfonds doet er alles aan om financieel gezond te zijn. Toch kan er een tekort zijn. We hebben dan te weinig geld om alle pensioenen in de toekomst te betalen. We moeten dan soms maatregelen nemen.
Ons pensioenfonds weegt zorgvuldig af wat de beste oplossing is
Deze maatregelen zijn mogelijk:
- Uw pensioen groeit niet mee met de prijzen.
- Uw premie gaat omhoog.
- Uw pensioen gaat omlaag.
Ons bestuur kan ook andere maatregelen nemen. We verlagen uw pensioen alleen als het niet anders kan.
Tot nu toe waren harde maatregelen niet nodig
De afgelopen jaren hoefden wij uw pensioen niet te verlagen. Uw pensioen groeide alleen niet helemaal mee met de prijzen.
We maakten in december 2015 wel een herstelplan. Onze beleidsdekkingsgraad is namelijk lager dan de wettelijke eisen. Daarom kan uw pensioen ook de komende jaren waarschijnlijk niet helemaal meegroeien met de prijzen. We verwachten dat andere maatregelen niet nodig zijn.
Lees ook deze informatie