Wat gaat er veranderen en wat blijft gelijk?
De Wet toekomst pensioenen is op 1 juli 2023 ingegaan. Op 1 januari 2028 moeten alle pensioenfondsen over zijn naar het nieuwe stelsel. Het pensioenstelsel wordt transparanter en persoonlijker. Pensioenen gaan eerder omhoog als het economisch beter gaat, maar kunnen ook omlaag gaan als het een aantal jaren achter elkaar slecht gaat. Het doel van de verandering is pensioenen in Nederland meer toekomstbestendig te maken.
Dit zijn de belangrijkste veranderingen in het nieuwe pensioenstelsel op een rij
- De AOW-leeftijd stijgt minder snel ten opzichte van eerdere wetgeving.
- Iedereen krijgt een 'premieregeling', dat wil zeggen dat de premie vaststaat en het pensioen afhankelijk is van het eigen pensioenkapitaal.
- U kunt bij pensionering 10% van uw pensioen in één keer ontvangen. De overheid is nog bezig met de regels voor deze keuze. Daardoor zijn de details nog niet bekend.
- Voor alle werknemers wordt een gelijke premie ingelegd. Onder voorwaarden kan hiervan worden afgeweken. We gaan hier verder op in bij de inhoud van de regeling van SBZ Pensioen.
- Door gelijke regels over het nabestaandenpensioen, wordt het duidelijker waar nabestaanden op kunnen rekenen.
Meer over de veranderingen
De AOW-leeftijd stijgt mee met de gemiddelde levensverwachting. Maar voortaan minder snel. Vanaf 2025 zal de AOW-leeftijd niet meer 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden.
Benieuwd vanaf welk moment u AOW gaat ontvangen? Dat vindt u bij de Sociale Verzekeringsbank: SVB.nl.
Bij een premieregeling ligt niet de hoogte van de pensioenuitkering zo goed als vast, maar de ingelegde premie. Het streven is nog steeds een koopkrachtbestendig pensioen. De kans hierop wordt zelfs groter omdat er geen buffers meer hoeven te worden aangehouden en het pensioen dus sneller kan stijgen als het economisch meezit.
In het nieuwe pensioenstelsel bouwt u een eigen pensioenkapitaal op van de door u en uw werkgever betaalde premies en de beleggingsresultaten. Daarmee koopt u voor u met pensioen gaat (vaak in stappen) een pensioenuitkering aan . Zo wordt duidelijker wat u aan premie inlegt en wat u daarmee aan kapitaal opbouwt. De premie wordt, net zoals in de beschikbare premieregeling, samen met de pensioenpremie van de andere deelnemers belegd. Hoewel er collectief belegd wordt, houdt u dus wel uw eigen pensioenkapitaal.
Dit zijn de verschillen van de flexibele premieregeling in vergelijking met de solidaire premieregeling
De flexibele premieregeling
In deze regeling kan de deelnemer zelf een risicoprofiel bepalen met behulp van de keuzebegeleiding van SBZ Pensioen, ook wel beleggingsbalans genoemd. Via ons Stappenplan Risicoprofiel bepalen nemen wij u stap voor stap hierin mee. U kiest zo hoeveel risico u wilt lopen met de beleggingen. U hoeft geen keuze te maken als u dat niet wilt. Dan volgt u automatisch het neutrale risicoprofiel.
Deelnemers kunnen kiezen voor een variabel of vast pensioen
In het variabele pensioen blijft het eigen pensioenkapitaal ook in de uitkeringsfase (redelijk veilig) belegd. Er wordt niet geheel risicoloos belegd, wat meer kans geeft op een hoger pensioen wat de inflatie bij kan houden. Als de beleggingen in een jaar toch wat dalen, zal het pensioen ook dalen.
De rendementen worden gespreid over 3 jaar waardoor de bewegingen in het pensioen beperkt worden. Om de kans op een verlaging en de diepte van een mogelijke verlaging zo veel mogelijk te beperken, is er een risicodelingsreserve. Overall is de kans op een verlaging klein en beperkt van omvang en de kans op een koopkrachtig pensioen wordt groter.
Een vast pensioen is echt vast en geeft dan ook geen kans op het bijhouden van de inflatie. U krijgt elk jaar hetzelfde aantal euro’s aan pensioen, dit geeft zekerheid, echter qua koopkracht (wat u ervoor kunt kopen), kan het pensioen wel dalen als er inflatie is. Er komt een beperkte risicodelingsreserve om risico’s te delen.
Voor de actieve deelnemers is er een ander beleggingsbeleid dan voor pensioengerechtigden.
De solidaire premieregeling
Er komt een (wat grotere dan in de flexibele premieregeling) reserve om sommige risico’s met elkaar te delen. Er is dus minder sprake van een 'eigen' pot. Ook is er geen keuzevrijheid ten aanzien van het risicoprofiel en je kunt geen vast pensioen kiezen.
Bij zowel de flexibele - als de solidaire premieregeling krijgt de deelnemer na de pensioendatum een levenslange uitkering door periodiek een stukje uit het voor hem gereserveerde vermogen te onttrekken. Ook na pensioneren beweegt de pensioenuitkering mee met de beleggingsresultaten en kan deze daardoor hoger of lager worden, afhankelijk van de beleggingsresultaten en de rente.
Er is sprake van één beleggingsbeleid voor zowel actieve deelnemers als pensioengerechtigden.
Als u met pensioen gaat, is het straks mogelijk om op pensioendatum maximaal 10% van uw pensioenpot in een keer op te nemen . De informatie over het bedrag ineens is onder voorbehoud van goedkeuring van deze regeling door de Eerste Kamer. De wet treedt op zijn vroegst in werking op 1 juli 2025. Met het opnemen van een bedrag ineens haalt u een deel van uw pensioen naar voren, u neemt in feite 10% van uw opgebouwde pensioenkapitaal in een keer op als u met pensioen gaat. U heeft de zekerheid dat dat geld dan al van u is. Het opnemen van een bedrag ineens zorgt ervoor dat uw inkomen in dat betreffende jaar hoger is, maar later blijvend lager.
Er zijn spelregels
Dit is wat we nu weten over het bedrag ineens:
- U mag maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen in één keer opnemen op pensioendatum. Minder mag ook, bijvoorbeeld 5%.
- Na opname van het bedrag ineens moet uw resterende bruto pensioen per jaar meer zijn dan de wettelijke afkoopgrens. Die grens is € 613,52 bruto per jaar (2025).
- U mag het bedrag ineens niet combineren met keuzes waardoor de hoogte van de uitkering varieert, bijvoorbeeld eerst een hoger en dan een lager pensioen.
Voor- en nadelen
Een bedrag ineens heeft voordelen, omdat u meer flexibiliteit krijgt om het pensioen op uw eigen situatie af te stemmen. Het bedrag ineens is van u en kunt u besteden hoe u wilt. Het zit niet meer 'vast' in de pensioenpot. Met het bedrag ineens mag u doen wat u wilt. Bijvoorbeeld uw hypotheek (deels) aflossen, schenken aan een kind of toch die vakantie maken die u altijd in gedachten had. Als uw pensioeninkomen na opname van het bedrag ineens voldoende is, kan een bedrag ineens handig zijn.
Ook kan een bedrag ineens nadelen hebben. Dit zijn bijvoorbeeld:
- Hoe hoger het bedrag ineens, hoe lager de levenslange pensioenuitkering wordt. Uw maandelijkse pensioen gaat omlaag. Kijk daarom goed of u voor de rest van uw leven genoeg pensioen overhoudt.
- U gaat misschien meer belasting betalen in het jaar van pensioneren omdat u een groot bedrag ineens ontvangt. Uw inkomen in dat jaar gaat daardoor namelijk eenmalig omhoog. Uw inkomen kan daardoor in een hogere belastingschijf vallen. Hierdoor kan er netto minder overblijven dan u misschien had verwacht.
- Heeft u recht op toeslagen? Zoals zorgtoeslag of huurtoeslag? Dan kan het zijn dat u die in dat jaar niet meer krijgt. Want uw inkomen wordt gedurende één jaar hoger door het bedrag ineens.
Wilt u meer weten?
Bekijk dan de andere pagina's bij nieuwe pensioenregeling.
Nu is het zo dat de premie-inleg per werknemer verschilt. Als iemand ouder wordt, dan kan een ingelegde premie minder lang rendement opleveren voordat het pensioen moet worden uitgekeerd. Daarom stijgt de premie-inleg naarmate iemand ouder wordt.
Straks bij het nieuwe pensioenstelsel is de premie voor het opbouwen van een eigen pensioenkapitaal niet meer afhankelijk van de leeftijd. Voor alle werknemers wordt een gelijk premiepercentage ingelegd. Onder voorwaarden kan hiervan worden afgeweken. Er zijn andere afspraken gemaakt voor werknemers die vallen onder de CAO Verzekeraars. We gaan hier verder op in bij de inhoud van de regeling van SBZ Pensioen.
Bestaat er een recht op nabestaandenpensioen? Dan zijn de regels straks voor iedereen hetzelfde. Daardoor is duidelijker waar de nabestaande op kan rekenen.
- Overlijdt u terwijl u in dienst bent bij de werkgever via wie de pensioenregeling is afgesloten? Dan is het nabestaandenpensioen een percentage van uw laatste loon.
- Bent u werkloos geworden? Dan bent u voor een uitloopperiode van 3 maanden, of tijdens de WW-periode verzekerd van nabestaandenpensioen. Daarna niet meer.
- Overlijdt u nadat u al met pensioen bent? Dan is de hoogte van het nabestaandenpensioen afhankelijk van wat u heeft opgebouwd in uw pensioenregeling en hoeveel jaren u heeft gewerkt.
Wat blijft hetzelfde?
Pensioen regelen we nog steeds samen. Werkgevers en werknemers zetten samen geld opzij voor pensioen.
Hier is op een rij wat in het pensioenstelsel ongewijzigd blijft:
- U krijgt pensioen zolang u leeft en uw partner kan nog steeds rekenen op een partnerpensioen bij uw overlijden.
- U kunt nog steeds het partnerpensioen uitruilen naar ouderdomspensioen en andersom; , kijk dus goed of uw eventuele partner juist geregistreerd staat bij uw persoonlijke gegevens op Mijn Pensioen.
- U kunt nog steeds eerder of later met pensioen. Let op: dit kan gevolgen hebben voor een eventuele opname van het bedrag ineens. Lees hierover meer bij 'U kunt bij pensionering 10% van uw pensioen in één keer ontvangen' hierboven op deze pagina.
- U krijgt, net als nu, vanaf een bepaalde leeftijd AOW, een uitkering van de overheid. Bekijk op welke leeftijd u AOW gaat ontvangen bij de Sociale Verzekeringsbank: SVB.nl.
- SBZ Pensioen blijft uw pensioen uitvoeren als uw werkgever kiest voor de flexibele premieregeling met variabele uitkering. Kiest u op pensioendatum ervoor om ergens anders een vast pensioen in te kopen? Dan wordt uw pensioen uitgevoerd door uw nieuwe pensioenuitvoerder.
Verder lezen over de wijzigingen?
Op pensioenduidelijkheid.nl vindt u meer informatie over de wijzigingen in het pensioenstelsel.